Les Alps
10 maart 2020Exit studie, exit fabriek
28 maart 2020Stel jezelf voor op een brandtoren. Mijn eigen brandtoren staat op de Veluwezoom en bezoek ik geregeld. Laten we die als uitgangspunt nemen. Ik zal hem voor je beschrijven en dan lopen we samen omhoog. Het is een rank ijzeren staketsel op een vlakte van gras, hei, pijpestrootje, dennen en berken. De vier poten van de toren staan op de grond amper vier meter uit elkaar en naarmate je dichter bij de top komt, wordt ‘ie nog smaller. Zoals gezegd: een slank exemplaar. De totale hoogte is 20 meter. Er zijn vier verdiepingen op de toren, de vijfde is er als het ware bovenop geplakt. Dat is het uitkijkhuisje. Vierkant, nagenoeg op de punt, van boven en deels van de zijkanten dicht. Je mag alleen de eerste verdieping opklimmen, wat voor de meesten al een hachelijke onderneming is. Je moet namelijk met een nogal steile trap opwaarts. Die trap is, gelijk de hele toren, van ijzer en heeft allemaal vierkante gaatjes in de treden. Langs je rugzijde word je beschermd door een aantal rondingen die voorkomen dat je al te gemakkelijk naar beneden valt als je hand per ongeluk de treden of de ijzeren steunbuis aan de zijkant loslaat. Het nadeel van die rugdekking is dat iemand als ik, die zich altijd met een rugzak door het leven begeeft, nogal gemakkelijk klem komt te zitten tussen steile traptreden en rugleuning. We stellen ons echter voor dat we zonder bepakking en met lichte tred de trap bestijgen. We hebben geen hoogtevrees, we gaan gewoon. Met enige lenigheid om allerlei steunbalken te ontwijken, bereiken we de eerste omloop. Deze plek biedt uitzicht, ruimte, weidsheid. Je kunt een paar stappen doen en al met al 360 graden in het rond kijken.
Er zit heel wat wild op de Veluwezoom en op mijn fiets- en wandeltochten heb ik nu en dan prachtige encounters, maar tijdens al mijn brandtorenmomenten heb ik nog nooit een hert of zwijn in het veld mogen ontdekken. Misschien moet je daarvoor toch wat hoger klimmen waardoor de reikwijdte van je blik toeneemt. Maar dat mag niet. Ik weet nog dat ik mijn broer eens een foto appte vanaf de eerste omloop, met als tekst erbij dat je niet hoger mag op deze toren, want dan word je doodgeschoten. Zijn respons: “nog een beetje gestrest?”
Enfin, ik dwaal af, nog naar het verkeerde spoor ook. We proberen in deze meditatieoefening uiteraard te ontstressen. We zijn dus op de eerste omloop. Stel je dat voor. Ongeveer 5 meter van de grond. Hoog? Niet echt. Maar met al die gaatjes onder je voeten, op het plateau, toch enigszins wankel. We kijken dan ook niet omlaag maar in de verte. Naar de wolken. Naar het fietspad en het daarnaast gelegen zandpad die licht slingerend westwaarts verdwijnen. Een prachtige vliegden hangt met zijn takken deels over het fietspad. Hangen is niet het juiste woord. De takken laten zich niet vallen of ongeïnteresseerd met de zwaartekracht omlaag buigen. Nee. Aan één kant zijn de takken deels horizontaal gegroeid en pakken pas een paar meter van de stam een neerwaartse buiging op. Het effect is een prachtige boog, bijna een erehaag, die je met een Olympisch gevoel onderlangs laat gaan. Het licht speelt altijd fraai met deze compositie en inmiddels ben ik in het bezit van meerdere foto’s van de boom en zijn omgeving. Mooi ook hoe fietsers na passage onder de boog verdwijnen in de verte. Echt hard fietsen kunnen ze hier eigenlijk niet. Het asfalt is door de tand des tijds op veel plekken omhooggekomen dan wel ingezakt en aan de zijkanten deels overgroeid door gras. We zien het en dat is het. Want het is een meditatieoefening. We hebben geen oordeel. Althans, dat pogen we. We zien vanaf ons verhoogde punt de omgeving om ons heen en oordelen niet. We richten nu onze blik naar rechts. Een licht glooiend open terrein met voornamelijk gras, en een beetje heide, laat zich bewonderen. Afgezet met draad en een mooi houten hek. Het brede deel van het hek is voor eventuele boswachters, het hekje er pal naast laat de wandelaar door. Die het hek wel weer netjes dient te sluiten. Wat ook altijd gebeurt. Het is een doordeweekse ochtend. Je bent helemaal alleen. In de lucht ditmaal geen enkel vliegtuig en de windrichting voorkomt dat het geluid van de niet ver weg gelegen snelweg jouw plek bereikt. Het is kalm. Je hart ontspant. Je spieren ontspannen, terwijl je toch gewoon rechtop blijft staan. Je leunt lichtjes tegen een van de ijzeren balken rondom deze eerste verdieping. Zucht. Adem. Je bent licht. Het is mooi. In de verte hoor je een groepje raven aankomen. Eerst denk je nog aan kraaien. Maar al snel hoor je het diepe prehistorische gegrok uit hun kelen komen. Als om je voor de volle honderd procent te vergewissen van je waarneming, kijk je goed als ze langs vliegen. Ja. De griotstaart is duidelijk zichtbaar. Ze zijn het. Vier stuks. Misschien wel een ouderpaar en twee jongen, die zich nu langzaam weer van je af bewegen. Let op. Niet teveel genieten nu. Niet oordelen, hou je van vreugde vervuld hart in bescheidenheid. We willen geen versnelde hartslag. We willen kalmte, rust, berusting.
Je draait je lichaam naar het zuiden. De zon staat nog lang niet in het zenith. De ogen kunnen ontspannen blijven kijken, zowel naar lucht als naar natuur. De bomen strekken zich tot in de verte uit. Een roodborstje meldt zich met zijn lichtmetalen klank. Een aantal andere vogels haakt aan met hun eigen geluid. Je staart in de verte. Rust. Kalmte. Blijf ademen. Slurp de stilte op die je omringt. Voel hoe je oren zich spitsen door gebrek aan duizelingwekkende impulsen. Het is een afwisseling van hoge concentratie en een vacuümtrekking van de zintuigen. Een zinnenprikkelend festijn van eenheid en compleetheid schuift van bovenaf door je lijf. Je hoofd wordt bijkans leeggezogen en daarna volgt een totale ontspanning van boven- en onderlijf. Je voeten blijven stevig staan. Los van de aarde en toch gegrond. Op de toren. Met uitzicht. Blijf ademen. Tel je uitademingen. Probeer in het moment te zijn. Tel je uitademingen van 1 tot 10. Daarna dalen we weer af, naar de aarde.
Dat ging gemakkelijk hè. Dit is een fijne oefening om mee te starten. Wat is er om je aan te ergeren op zo’n prachtige plek? We gaan natuurlijk geleidelijk wel de moeilijkheidsgraad ophogen.