Les 1: Contrails
29 juli 2023Les 3: Cumulus humilis
12 maart 2024Ooit gaf ik een cabaretvoorstelling, samen met mijn schoonzus. We hadden een politieke partij opgericht en op enig moment rolden we een omvangrijk spandoek uit boven het podium met daarop de tekst: het stratusbevrijdingsfront. Geen idee meer welk punt we wilden maken, maar de achterliggend crux was dat nagenoeg iedereen baalt van stratus. En dat je er dus vanaf moet kunnen.
Wat gelukkig niet kan.
Want stratus komt en gaat. En blijft soms lang hangen.
Hoe valt deze wolkensoort te omschrijven? Stratus is als kijken naar een verzameling koffiefilters. Stratus smaakt als een boerenkoolmaaltijd die in een zachte winter toch wekelijks wordt opgediend. Stratus staat gelijk aan teleurstelling. Deze wolk wordt gezien als een van de saaiste wolken uit de enorme atlas aan wolken die de aarde rijk is. Hij komt binnenschuiven om lang te blijven hangen. Zeker op een winterdag is het stratusdek niet zelden een aantal dagen aanwezig. Tijdens een zomerdag wil de zon een deel ervan nog wel wegbranden, maar gedurende voor- en najaar lukt dat lang niet altijd.
WAAR DE STRATUS UIT BESTAAT
Stratus is het Latijnse woord voor ‘egaal’ of ‘liggend’ of ‘gelaagd’ en is de laagst hangende wolk die we kennen en toont zich veelal behoorlijk uitgestrekt. Een lap aan bewolking en grijzigheid. Mist is ook stratus, een wolk op de grond, maar vaak hangt stratus op 1 tot 2,5 kilometer hoogte. Als een deken over het land. Een lekkere behaaglijke deken, of dus een beklemmende. Want als het tegenzit, blijft de deken lang gesloten en komt er geen ruimte voor de zon. Deze bewolkingslaag bestaat nagenoeg altijd uit minuscule waterdruppels. Allemaal kleine druppeltjes die in de lucht zweven en de zwaartekracht tarten. Als de wolk die ze vormen verzadigd raakt, regent ‘ie uit. Het neerslagproces dat daaraan ten grondslag ligt heet coalescentie. Ook dat is weer uit het Latijn komen aanvliegen. Coalescere betekent aangroeien. Op enig moment worden de samenklonterende druppeltjes te zwaar om te blijven hangen en vallen ze naar beneden. Regen of motregen is geboren. Als er alleen zo’n uitgestrekte stratusdeken boven ons hangt, van een beperkte dikte, dan is het vaak motregen. Zitten er ook wolkenpakketten bóven die laag, dan kan het steviger regenen. Maar dan speelt ook een ander proces mee dan ‘aan elkaar klittende druppels’. Dan gaat het om onderkoelde regendruppels en ijskristallen, leidend tot sneeuwvorming op hoogte.
BUXACEAE
Terug naar de saaiheid. De grijzigheid. Het bedekken van de blauwe lucht. Eentonig, geesteloos. Of zen. Als je op een zomer-stratus-dag op een tuinstoel naar de lucht kijkt, kun je je ergeren, of in slaap vallen, of zen worden. Het is namelijk wel een rustgevende wolk. Er gebeurt weinig. De wolk is. Het is geen tuteretut-opbollende-stapelwolk die in kolkende vaart omhoog borrelt en elke 2 seconden van uiterlijk verschiet. Deze tegenhanger van rusteloosheid kan in een ADHD-achtige maatschappij best weleens een lekkere flow van kalmte opleveren. Doet mij denken aan een zonderlinge flow waar ik laatst in terechtkwam.
Het begon met de vele buxushaagjes in onze tuin. De vorige eigenaren hadden in een vlaag van kasteelfantasieën nogal wat van deze struiken in een soort van symmetrie aangeplant. Ach, dacht ik, die worden vanzelf opgegeten. Zijn we er vanaf. En zo geschiedde. Maar tijdens dat opeetproces ontstond er wroeging. Het ging wel heel erg van dik hout zaagt men planken. Een deel van de hegjes werd zorgwekkend rap naar binnen geslokt. Ik lette een week niet op, de mezen kweten zich niet van hun taak en het mondde uit in een slagveld. Allemaal dode stukken, aan gort geknaagd. Ik schrok van de toewijding en snelheid van de rupsen. Het kon niet anders, hier moest íets van actie mijnerzijds komen. Dus voltooide ik een zen-achtige queeste waarin ik meer dan 150 rupsen heb uitgem…. Tja. Ja. Het werd een rare verslaving. Speuren, zoeken, vinden. Ik kwam in een gekke flow van rust als ik weer 15 rupsen had ontdekt. Enfin. Als God een buxus is, scoor ik hoge ogen. Als God een rups is, krijg ik het na mijn verscheiden lastig.
Afgeleid. Dat krijg je bij deze grijze wolkenplak. We keren weder, van de Latijnse buxus naar de Latijnse stratus. Deze laaghangende wolk kan ontstaan in de nacht, turbulentiestratus, of binnentrekken doordat een relatief warmere luchtsoort binnenschuift. Die relatief warme lucht schuift over de aanwezige relatief killere lucht en dat leidt tot bewolking. Op het moment dat aan de grond de warmte arriveert, komt ook het laagst hangende deel van de bewolking binnen. Warmtefrontstratus.
VERPESTE STRANDDAG
Dan is er ook de laaghangende bewolking vanaf zee. De stratus die boven zee gevormd wordt, al dan niet door een front (= botsing van luchtsoorten) en vervolgens zoetjesaan via de kust het land optrekt. Een typische verpeste meidag heeft een volgend ritme: Het begint zonnig en windstil. De temperatuur loopt lekker op, het strand begint vol te lopen. Er zitten heel wat zonliefhebbers op de weg naar de kust. En plots trekt het vanaf zee dicht met bewolking. En niet zomaar dicht. Doordat het windje van zee opsteekt, blijft er steeds nieuwe Noordzeegrijzigheid binnentrekken. Vaak is het een paar kilometer landinwaarts zonnig, want daar zorgt de kracht van de zon voor oplossing van de stratus, maar de koude zee fungeert als brongebied en zorgt voor een ouderwets mislukte stranddag. Badgasten voelen de met factor 40 ingesmeerde huid wit wegtrekken, mede door de meekomende kilte. Zodra de zon lager komt te staan, zo in de late middag en vroege avond, zal de stratus zich gemakkelijk over het hele land uitspreiden. En dan maar zien of dit plakkaat de volgende dag weggebrand kan worden.
SOEPELE IDENTIFICATIE
Stratus heeft geen tekening. Anders wordt het al snel stratocumulus. En bij stratocumulus is er licht aan de horizon, want voor je het weet wordt het meer een schaapjeswolk-gebeuren en dat betekent vaak een weersverbetering als het gaat om de zonneschijn. Nee stratus is net als een contrail heel gemakkelijk te herkennen. Is het grijs en bedompt, voel je je mistroostig? Geef effe lekker de schuld aan de stratus.