Gids in het Vragenderveen: Ron Krabben
“Ik ga er nog een keer voor zorgen dat mensen die om een versperring heengaan zo de greppel in fietsen.” Hij kijkt er olijk bij. We lopen met Ron Krabben, gids in het Vragenderveen, over de damwand die een deel van het hoogveenwater moet vasthouden. Hij baalt van verstoring door ongenode gasten: “Glad draad als afzetting is niet meer genoeg, we hebben her en der maar prikkeldraad gespannen.” Demotiveert het hem? “Nee, het motiveert me juist om er steviger tegenaan te gaan. Ik ben hier vier keer per week, om te controleren. Ik spreek mensen erop aan als ze het veengebied inlopen.” “En als je een grote bek krijgt?” “Dan krijgen ze een nog grotere bek terug.” En weer die lach. Nee, ruzie heeft hij nooit.
Het Vragenderveen is een natuurgebied in de oostelijke Achterhoek. Samen met het Korenburgerveen, het Meddose veen en het Corlese veen, vormt het een complex van 459 hectare. Dit hele areaal omvat ook een brede bufferzone (160 hectare) die ten dienste staat van het hoogveen en waar vrije recreatie wel is toegestaan. Het Vragenderveen bevat niet alleen een unieke 1,3 hectare levend hoogveen, de beheerder ervan is ook buitengewoon. Het is een van de weinige particuliere natuurorganisaties van ons land, misschien wel de enige. In 1956 ontstond de beheerstichting na een lang slepende onenigheid met Natuurmonumenten over de turfwinning. De agrariërs, de grondbezitters, wilden destijds doorgaan met het afsteken van het veen. Natuurmonumenten wilde het stoppen. Toen de agrariërs de rechtszaak wonnen, en dus mochten blijven turfsteken, kwamen nieuwe brandstoffen als steenkool en olie op. Onmiddellijk stopten ze met het afgraven en de boeren werden natuurbeheerders in de Stichting Marke Vragender Veen (SMVV).
Schapen poepen, dat hou je niet tegen
Ron Krabben is inmiddels 40 jaar als vrijwillige gids bij het gebied betrokken. Hij leidt bezoekers rond door veen en bufferzone en zorgt er mede voor dat nieuwe gidsen worden opgeleid. “Het feit dat wij eigen baas zijn is perfect. Wij hebben hier ook minder problemen dan veel andere natuurbeheerders. Het grote voordeel is dat onze recreatiedruk zeer beperkt is. Ja, er fietsen en wandelen hier mensen, maar ze mogen niet in het hart van het gebied komen. Dat kan alleen onder begeleiding van een van onze gidsen. Wij bepalen dus wie er wanneer mag komen. Als je kijkt naar plekken waar veel mensen zijn, met auto’s en fietsen die ook vuil achterlaten, dan zitten we hier gewoon supergoed. Denk eens aan de Drentse heide, waar het pijpestrootje welig tiert. Ze hebben daar heel veel last van de stikstofproblematiek. Wij zien in ons natte gebied veel minder gevolgen van de stikstof. En ja, dan moeten ze in Drenthe de heide laten begrazen om het pijpestrootje weg te eten. Maar die schapen poepen ook. Dat hou je niet tegen. Dus krijg je vermesting, wat ook niet helemaal lekker voor het gebied is.” Ron is als een vis in het water als gids in het Vragenderveen. Hij blijft dan ook continu van alles aanwijzen; veenmos, lavendelhei, kleine veenbes, eenjarig wollegras, veenpluis. Hij strekt zijn arm ook uit naar de plek waar een paar dagen terug een koppeltje kraanvogels stond. We horen ze nu ook, in de verte. En een uurtje terug, op een ander punt, zagen we er zelf twee staan.
“Wij bepalen hoeveel mensen er in het gebied mogen komen”
“Ik maak me niet druk”
Wat ik ook blijf opperen als mogelijke ingewikkeldheden of moeilijkheden in het natuurbeheer tegenwoordig, Ron blijft zonder moeite een en al positiviteit. Ook al gaat het niet allemaal van een leien dakje. Jaren geleden brak de damwand door, die weer gemaakt moest worden. En nu zitten er dus weer kraanvogels. “Ik lach. Is dat hinderlijk dan?” Een glimlach aan zijn kant; “ja, want nu kunnen we niet overal komen.” En dan is er nog de watercrassula die woekert en waartegen gestreden wordt. Er moet ook nog heel wat boomopslag van de veenvlakte worden afgehaald. Werk en uitdagingen genoeg. “Maar dat is prima, als er wat op ons pad komt, gaan we er gewoon mee aan de slag.”
“Weet je,” zo vervolgt onze gids, “ik vind het gewoon heerlijk om hier te zijn. Ik vind het een prachtig gebied, ik geniet van alles wat ik zie en ik heb er gewoon een fantastische vrijetijdsbesteding aan. Het is toch schitterend, lekker met een groepje wandelaars door het water stampen.” Maar heeft hij dan geen vrees dat dit gebied ooit ten prooi valt aan woningbouw of landbouwwensen? “Nee, ons gebied is wettelijk beschermd. Het is bovendien geen goed boerenland, veel te nat. En je kunt in dit natte gebied geen woningen bouwen. Hier komen ze niet aan.” Hij is positief over de Nederlandse natuur en vindt het alleen jammer dat je niet overal mag komen, met of zonder gids. “Soms zie je prachtige beelden uit je eigen land, daar zou ik dan graag zelf eens gaan kijken. Boos maakt hij zich wel als hij sommige dingen ziet. Zoals landbouwgrond opgeven voor woningbouw, of zonnepanelen op landbouwgrond. “Maar het frustreert mij niet. “Sommige dingen moet je links laten liggen. Ik kan er immers weinig aan doen. ”Hetzelfde type antwoord komt als ik vraag of hij bang is voor weer een droge zomer. “Nee, want ik heb dat niet in de hand, ik kan er niets aan doen. Ik hoop natuurlijk op genoeg regen, maar ik maak mij er niet druk om.”
Genoeg jonge kwakers
De betrokkenheid van de mensen in en rondom het dorp Vragender is bijzonder groot en een van de successen van de stichting. Er zijn maar liefst 130 actieve leden. In de stichting zitten mensen met kennis van allerlei disciplines. Een gemeenteambtenaar die de regels weet, biologen die het gebied kennen, hydrologen die alles snappen van de complexe waterstromen in en buiten het veen. Ook zorgt de stichting ervoor dat het aantal actieve leden en donateurs blijft groeien. “We doen heel veel met kinderen. We hebben een juniorclub, in samenwerking met de basisschool. Eerst worden de kinderen vênekwakers en als ze van school afkomen zijn ze vênewakers. Niet dat ze daarmee gelijk lid worden, maar dat is natuurlijk wel de bedoeling!” En alweer die olijke grijns. Nee, Ron laat zich de pis niet lauw maken. Dit hele dorp niet. Ik ben ervan overtuigd dat het natuurgebied bij de Stichting Marke Vragender Veen de komende vele decennia in goede handen is. Er is een waanzinnig draagvlak, ze zijn enorm trots op hun gebied, het veen wordt bezocht en gelauwerd door vooraanstaande biologen en ze blijven hier vooral lekker eigenwijs hun gang gaan.